Programmeren 1
Arrays
Doelstelling
We leren werken met arrays, om verschillende, verwante waarden van eenzelfde type op een gestructureerde manier bij te houden. We kijken zowel naar gewone rijen van data, d.w.z. eendimensionale arrays, als naar roosters van data, d.w.z. meerdimensionale arrays.
Leerpad
Lees het volgende lesmateriaal in het Yellow Book aandachtig:
- Arrays (Yellow Book 3.3, volledig inclusief subsecties)
Bekijk ook volgende filmpjes (intussen zou je moeten weten hoe je utility methods gebruikt, dus kopiëren en plakken van ReadInt
en ReadString
vermijd je als je kan). Maak na het eerste filmpje een eerste reeks oefeningen!
Oefeningen
Maak volgende oefeningen. Maak de oefeningen op eendimensionale arrays nadat je het eerste filmpje hebt bekeken en maak de rest na het tweede filmpje. Neem zo snel mogelijk contact op als een opgave niet duidelijk is of als je vast zit. Plaats je oplossingen tegen 20 november op Cloud9. Vast zitten is geen reden om niets op Cloud9 te zetten, zie twee zinnen terug. Zet verder je functionele vereisten, analyse en design (kort, maximaal twee regels) in commentaar in je oplossing. Modeloplossingen komen 21 november online.
Eerste reeks, te maken na het eerste filmpje.
- Schrijf een programma dat een constant aantal
int
-waarden inleest en deze vervolgens in omgekeerde volgorde afprint. - Schrijf een programma dat de kleinste en de grootste waarde in een array van
int
achterhaalt en afprint. - Schrijf een programma dat een geldbedrag tot €100 uitgedrukt als een
int
wisselt in zo weinig mogelijk muntstukken en briefjes. Ga ervan uit dat het bedrag wordt uitgedrukt in cent, zodat je geen kommagetallen nodig hebt. Stel de bruikbare munten en briefjes als volgt voor:{1,2,5,10,20,50,100,200,500,1000,2000,5000,10000}
. Je oplossing moet uitprinten hoe veel exemplaren van elke munt of elk briefje je nodig hebt. - Schrijf een programma dat alle unieke elementen in een uit te lezen array (dus alle elementen die precies één keer voorkomen) uitprint. Om een array in te lezen, vraag je de gebruiker eerst hoe veel elementen hij zal inlezen en lees je dan pas de elementen zelf in.
Tweede reeks, te maken na het tweede filmpje.
- Schrijf een programma dat een (vast, d.w.z. in het programma gecodeerd) rooster met drie rijen en drie kommen samendrukt tot een rij met drie elementen. Het eerste element van de nieuwe rij is de som van de elementen van de oude eerste rij, het tweede element van de nieuwe rij is de som van de elementen van de oude tweede rij en het derde element is de som van de elementen van de oude derde rij.
- Schrijf een programma dat een tweedimensionaal rooster van getallen inleest (zie opmerking oefening rond unieke elementen) en een extra getal. Het programma moet eerst dit rooster printen. Als het laatste ingelezen getal in het rooster zit, print het programma ook de positie van dit getal (rij en kolom). Als het laatste ingelezen getal niet in het rooster zit, print het programma dat dit getal niet in het rooster zit.