Donderdag 28 Januari 2016

Inhoud

Vlaams onderwijs dreigt digitale trein te missen

Pagina 26
* De Standaard/Limburg, De Standaard/Vlaams-Brabant/Brussel, De Standaard/Antwerpen, De Standaard/Oost-Vlaanderen, De Standaard/West-Vlaanderen
Het Vlaamse hoger onderwijs voldoet niet aan de noden van de arbeidsmarkt. Die richt zich steeds vaker tot online cursussen op het internet, buiten de landsgrenzen. 'Een masteropleiding van een jaar? Dat duurt te lang.'

Van onze

correspondenten

disruptieve economie

Pascal DendoovenKarsten Lemmens

brusselEen stoomcursus van drie maanden op het internet, en je bent data-analist. Dat is een knelpuntberoep, maar de opleiding ervoor kun je aan geen enkele Vlaamse universiteit of hogeschool volgen. Ziedaar het probleem van het Vlaamse hoger onderwijs, dat in deze internettijden nog erg traditioneel is georganiseerd. Het bedrijfje Datacamp, een spin-off van de KU Leuven, heeft de opportuniteit al begrepen en biedt online cursussen inzake data-analyse aan.

'Er is heel wat werk aan de winkel', zegt Frank Gielen, professor aan de UGent en directeur van de EIT Digital Professional School, de afdeling van het Europese kenniscentrum EIT Digital die het onderwijs de digitale wereld wil binnenloodsen. 'Ons onderwijs is nu nog top, maar we mogen niet op onze lauweren rusten en over vijf jaar tot de vaststelling komen dat we achterop hinken.'

Digitale skills gezocht

'Verwacht wordt dat tegen 2020 in Europa 800.000 vacatures voor mensen met digitale skills niet ingevuld geraken, gewoon omdat die mensen er niet zijn', zegt Gielen. 'In sectoren waar de digitalisering toeslaat, is er een grote nood aan de juiste kennis. Vandaag vinden heel veel bedrijven die kennis niet.'

Volgens Gielen is dit tekort aan technische digitale kennis de grootste uitdaging van de interne markt in Europa. 'Het dreigt de factor te zijn die de groei in Europa het meest zal afremmen', zegt Gielen. België scoort op dit vlak niet goed. De digitalisatiegraad bij ons bedraagt maar de helft van die in Finland.

Online leren kan een oplossing zijn. Liefst in combinatie met interactie en coaching. Want dat werkt het best, ondervond het kenniscentrum iMinds, dat daar onderzoek naar deed. Alleen blijven online opleidingen in Vlaanderen nog de uitzondering. Zo maakte de KU Leuven in oktober bekend zich voor het eerst aan een drietal online cursussen (zogenaamde MOOCs) te wagen.

Blended learning

'Meer dan 250.000 Belgen hebben al zo'n cursus gevolgd. Meestal via Amerikaanse platforms, gewoon omdat ze hier niet bestaan', zegt Gielen. 'Werknemers die een opleiding volgen, willen dat doen wanneer het hen uitkomt en waar het hen uitkomt. Blended learning ( een combinatie van online cursussen en coaching, red.) valt veel beter te combineren met het privéleven.'

Gielen verwijt onze onderwijsinstellingen niet dat ze te laat op de trein gesprongen te zijn. 'In online learning is al veel geld verloren gegaan, het heeft relatief lang geduurd vooraleer een aanbieder, zoals het Amerikaanse Udacity, het juiste zakenmodel vond. Videoproducties zijn duur. Het is begrijpelijk dat onze universiteiten eerst de kat uit de boom keken.'

Universiteiten moeten zich wel de vraag stellen waarvoor hun onlinecursussen zullen dienen. Om hun topprofessoren te promoten, waarbij we het als een marketingtechniek aanwenden? Of wordt het een instrument om de steeds stijgende studentenaantallen op te vangen?

Solliciteren

De bedrijvenmarkt omarmt het online onderwijs alvast. Ook al zijn sommige cursussen niet officieel erkend, de grote bedrijven erkennen ze wél. En ze werven zelfs expliciet mensen aan die bepaalde cursussen hebben gevolgd. Sommigen treden bovendien op als cosponsor van zo'n opleiding. 'Een cursus programmeren voor Android is een ticket tot een job bij Google', klinkt het. 'Met een cursus social programming kan je aan de slag bij Facebook.'

De traditionele onderwijswereld worstelt nog met het fenomeen. Het Londense Imperial College aarzelde eerst om een MBA-programma aan te bieden, maar dat werd een onverhoopt succes. Heel wat studenten willen het diploma halen, ook al zijn ze niet in staat in Londen zelf te studeren.

Kruimeltjes

En Vlaanderen? 'De financiële beweegruimte is uiterst beperkt. Na uitbetaling van de lonen én investeringen in scholenbouw blijft er eigenlijk geen geld over.'

Gielen raadt aan om de krachten te bundelen. Gezamenlijke online cursussen maken, waardoor de investering door meerdere schouders wordt getorst. Waarom niet centraal één online cursus statistiek ontwikkelen? Zo krijg je één topcursus, eventueel aangepast per oriëntatie.

In Nederland bestaat al zo'n aanpak via het platform 'Surf'. Vlaanderen daarentegen is vooral sterk in het verkruimelen van geld. 'Iedereen krijgt een kruimeltje', zegt Gielen. 'Maar daar heb je geen brood mee.'

Inhoud ↑
Copyright © 2015 Corelio. Alle rechten voorbehouden

Kinderpsychiatrie krijgt forse boost

Pagina 10
* De Standaard/Limburg, De Standaard/Vlaams-Brabant/Brussel, De Standaard/Antwerpen, De Standaard/Oost-Vlaanderen, De Standaard/West-Vlaanderen
Te vaak hoorde ze van kinderpsychiaters dat ze een halve dag aan de telefoon hingen om een bed voor een jongere te vinden. Minister Maggie De Block (Open VLD) rolde daarom een plan uit om de geestelijke gezondheidszorg voor kinderen en jongeren te verbeteren. 'Ik trek er elk jaar 20 miljoen euro extra voor uit.'

Van onze redactrice Veerle Beel

BRUSSELDe druppel die de emmer deed overlopen, was het verhaal van een 17-jarig meisje met psychische problemen dat in een politiecel moest overnachten. 'Niet acceptabel', zegt de federale minister van Volksgezondheid, Maggie De Block (Open VLD). 'Kinderen en jongeren horen niet thuis in een politiecel. Ik steek er mijn hand niet voor in het vuur dat dit nooit meer zal gebeuren, maar ik probeer wel te bekomen dat de geestelijke gezondheidszorg (ggz) voor kinderen en jongeren dermate goed functioneert dat dit zo veel mogelijk voorkomen wordt', zegt de minister.

Bij haar aantreden maakte ze er geen geheim van dat ze hier een tandje wilde bijsteken. 'De patiënt was ziek en de diagnose was eerder al door anderen gesteld. Er lagen rapporten voor van het Kenniscentrum, van Itinera en anderen. Iedereen wist dat er veel expertise was op het terrein, maar er was ook een manifest gebrek aan coördinatie en middelen, waardoor er ook wel eens kinderen in de psychiatrie belandden die er níét thuishoorden - en omgekeerd.'

Actie nodig

Zes maanden geleden lanceerde ze een groot actieplan waarbij ze elke provincie verplichtte om alle partners uit de ggz voor kinderen en jongeren rond de tafel te verzamelen en een 'netwerkcoördinator' aan te stellen. Brussel kreeg zijn eigen netwerk, waardoor daar voor het eerst ook samengewerkt wordt over de taalgrens heen (zie hiernaast).

Er kwam boter bij de vis: 20 miljoen extra, elk jaar opnieuw, plus de drie miljoen die voor pilootprojecten was vrijgemaakt. Het gaat om 3,9 miljoen voor Brussel, 10,7 miljoen voor Vlaanderen, 8,2 miljoen voor Wallonië. De Block: 'Iedereen wist dat de ggz-sector in het algemeen al onvoldoende financiering kreeg, en de ggz voor jongeren werd daarbinnen nog eens stiefmoederlijk behandeld. Er werden elk jaar wel middelen toegekend via proefprojecten, maar daardoor was niemand zeker van zijn centen en waren hulpverleners en kinder- en jeugdpsychiaters ook voortdurend bezig met het schrijven van dossiers. Omdat iedereen op zijn tandvlees zat, schoof men de hete aardappels naar elkaar door. Sommige kinderen belandden daardoor in drie dagen tijd op vier verschillende diensten.'

Kinderpsychiater Annik Lampo van het UZ Jette beaamt: 'We mogen nog van geluk spreken dat niet alle crisisverhalen in de media zijn beland.'

Met het extra geld kwam er onder meer ruimte om kinderpsychiatrische bedden vrij te houden. De Block: 'Eén op de tien K-bedden moet voorbehouden blijven voor crisispsychiatrie. Vroeger werden de ziekenhuizen daar financieel voor afgestraft. Nu niet meer.'

In Oost-Vlaanderen en Luxemburg ging het crisisplan het snelst van start: op 1 juli. In andere provincies en in Brussel gebeurt dit vanaf 1 maart.

De Block beklemtoont dat het niet de bedoeling is om de kinderpsychiatrie vooral residentieel te versterken. 'Doel is om de beste hulp te bieden, zo dicht mogelijk bij huis. De provincies mogen zelf kiezen hoe ze zich daarop organiseren.'

Mobiele teams

In Oost-Vlaanderen is er ook al een mobiel crisisteam beschikbaar, dat binnen de dag kan uitrukken.

Wie kan daarop een beroep doen? Netwerkcoördinator Toon Langeraert: 'Meldingen kunnen van overal komen: van een school, een CLB, een arts of een andere hulpverlener die met een crisis geconfronteerd wordt. Onze mobiele teams bestaan uit duo's, met telkens iemand uit de ambulante ggz en iemand uit de residentiële ggz. Zo kunnen ze samen de beste oplossing zoeken. De teams rukken ook uit op vrijdagavond en in het weekend.'

Hij geeft toe dat het een uitdaging blijft om alle eerstelijnshulpverleners te bereiken: 'Als netwerkcoördinator moet ik nog heel hard inzetten op communicatie en informatie. Ook aan ouders, trouwens. Hen willen we beter dan voorheen op de hoogte houden van het hulptraject dat hun kind zal doorlopen.'

Op termijn zullen er in het hele land 250 voltijdse mensen in mobiele teams meedraaien. Kinderpsychiater Lampo vindt dat een groot voordeel: 'Je leert veel als je bij mensen thuis of in de leefgroep komt. De crisis van een kind of jongere staat nooit op zichzelf. Het vraagt veel van hulpverleners, maar het enthousiasme is groot: velen stellen zich hiervoor kandidaat.'

Dubbeldiagnose

Een moeilijke groep blijven de jongeren met een dubbeldiagnose: ze hebben een verstandelijke beperking en een psychiatrisch probleem, of er is ook nog middelenmisbruik. 'Ook die jongeren werden de afgelopen jaren van het kastje naar de muur gestuurd. En hoe langer het duurt voor een kind geholpen wordt, hoe erger het probleem vaak wordt. Ik begrijp heel goed dat ouders daar wanhopig van worden', zegt De Block.

Ze wijst erop dat ze ook hiervoor extra middelen heeft uitgetrokken: 'Er komt 4,3 miljoen euro bij voor speciale omkadering. Geen enkele dienst zou nog mogen zeggen: dit is een te complex geval voor ons, dit kunnen wij niet aan.'

Lees het dossier over jongeren en geestelijke gezondheid in de speciale bijlage bij deze krant

Inhoud ↑
Copyright © 2015 Corelio. Alle rechten voorbehouden

Helft leerlingen katholieke scholen gelooft

Pagina 14

De helft van de leerlingen in het katholiek onderwijs gelooft in Christus en 43,9 procent bidt af en toe. Dat blijkt uit een onderzoek van de faculteit Theologie en Religiewetenschappen in Vlaamse katholieke scholen. Tertio kon de resultaten al inkijken, de KU Leuven maakt ze op 1 februari bekend.

Het onderzoek liep van 2008 tot 2015 bij 15.287 leerlingen in 57 katholieke scholen. Van die leerlingen blijkt 81,4 procent gedoopt te zijn. Toch daalt het aantal gedoopten jaar na jaar.

12,4 procent woont geregeld een kerkdienst bij. Een op de tien doet dat op een christelijke feestdag en ongeveer de helft bij een bijzondere gelegenheid. 28,2 procent zegt dat het heel lang geleden is of dat ze nooit naar de kerk gaan.

Amper 4,3 procent noemt zich een diepgelovige christen en

47 procent gelooft niet. Gevraagd of ze persoonlijk wel eens bidden, bevestigt 43,9 procent dat dagelijks, regelmatig, soms of in blije of droeve momenten effectief te doen.

Inhoud ↑
Copyright © 2015 De Persgroep Publishing. Alle rechten voorbehouden

“Gemiddelde Belg bezit 450.000 euro? Toch zien we overal armoede groeien”

Pagina 12

“Er wordt in de media regelmatig gegoocheld met 'gemiddelden'. Zo zou de gemiddelde Belg ongeveer 450.000 euro bezitten. Jammer dat de gemiddelde Belg niet bestaat! En dat dit de aandacht afleidt van de steeds groeiende armoede, zowel bij werkende mensen als bij steuntrekkers, gepensioneerden, een­oudergezinnen en al wie huurt.”

“Gemiddelden zijn alleen nuttig om de evolutie van die cijfers in de tijd te bekijken. Belangrijk is ook dat zulke cijfers voldoende en correct uitgelegd worden en dat er de nodige ­nuances bij aangebracht worden. Lezen we trouwens ook niet in de krant dat 1 op 3 Belgen niet 1 euro spaargeld heeft? Genoeg om ons ­allemaal zorgen over te maken, en voor de politici moet het een ­prioriteit zijn om naar oplossingen voor die armoede te zoeken.”

Inhoud ↑
Copyright © 2015 Corelio. Alle rechten voorbehouden