HTTP Requests

Structuur

Startlijn (start line)

De startregel bevatten drie elementen:

1. Een HTTP-methode, een werkwoord (zoals GET, PUT of POST) of een zelfstandig naamwoord (zoals HEAD of OPTIONS), die de actie beschrijft die moet worden uitgevoerd. Bijvoorbeeld, GET geeft aan dat een bron (resource) opgehaald moet worden of POST betekent dat er gegevens naar de server gestuurd worden voor het maken of wijzigen van een bron (resource), of voor het genereren van een tijdelijk document dat teruggestuurd moet worden.
2. Het verzoekdoel (request target), meestal een URL of het absolute pad van het protocol, de poort en het domein worden meestal gekenmerkt door context van het verzoek. Het formaat van dit verzoekdoel varieert tussen de verschillende HTTP-methoden:
   • Een absoluut pad, gevolgd door een '?' en query string. Dit is de meest voorkomende vorm, die bekend staat als de origin form, en wordt gebruikt met GET, POST, HEAD en OPTIONS methoden.
POST / HTTP 1.1
GET /background.png HTTP / 1.0
HEAD /test.html?query=alibaba HTTP / 1.1
OPTIONS /anypage.html HTTP / 1.0
   • Een volledige URL, namelijk de absolute vorm (absolute form) wordt meestal gebruikt wanneer men op een proxy is aangesloten.
     GET http://developer.mozilla.org/en-US/docs/Web/HTTP/Messages HTTP / 1.1
   • Het gezagscomponent (authority component) van een URL, die bestaat uit de domeinnaam en eventueel de poort (voorafgegaan door een dubbelpunt ':'), wordt de authority form genoemd. Het wordt alleen gebruikt bij CONNECT bij het opzetten van een HTTP-tunnel.
     CONNECT developer.mozilla.org:80 HTTP / 1.1
   • De asterisk vorm (asterisk form), een eenvoudige asterisk ( '*') wordt gebruikt bij opties die de server als geheel voorstelt.
     OPTIONS * HTTP / 1.1
3. De HTTP-versie, die de structuur van het resterende bericht definieert en doet dienst als een indicator in welke versie het antwoord gestuurd moet worden.

Headers